Wat te doen als de diagnose ECVM is gesteld?

Dat is helemaal afhankelijk van de overige bevindingen en het klinisch beeld. ‘Het’ paard met ECVM bestaat niet, dus opstellen van een protocol voor behandeling, training en management is dus altijd op maat.

Om te helpen overzicht te krijgen in de te maken keuzes bij een paard met ECVM hebben we deze hieronder in een beslisboom weer gegeven. 

vertaalboom ecvm

Beslisboom

  • Deze beslisboom is een voorbeeld van hoe wij denken dat we op dit moment om kunnen gaan met  paarden met ECVM. Dit is geen hard advies en hier kunnen geen rechten aan ontleend worden.
  • Natuurlijk is dit een enigszins vereenvoudigde weergave, in de praktijk zal men meerdere afwegingen moeten maken.
  • Het opstellen van deze beslisboom is bedoeld om onze visie weer te geven, en om te voorkomen dat men te snel kort door de bocht gaat en vindt dat alle paarden met ECVM per definitie uitgesloten moeten worden als rijpaard en/of fokdier. 
  • Er zijn teveel paarden met (röntgenologisch) ECVM die wel functioneren als rijpaard om klakkeloos te beweren dat deze paarden allemaal niet gereden kunnen worden.
  • Als men alle paarden met ECVM zou uitsluiten van de fokkerij, dan is het risico groot dat er teveel genen verloren gaan. Hierdoor wordt de ‘genenpool’ te klein en wordt inteelt juist gestimuleerd. Daardoor ontstaat een groter risico op het ontstaan van genetische afwijkingen.
  • Deze beslisboom is een  voorbeeld van de mogelijk te maken keuzes met de huidige beschikbare kennis. Het is heel goed mogelijk dat dit later aangepast zal worden door meer wetenschappelijk onderzoek en voortschrijdend inzicht.
  • Betreft fokkerij: het is niet zo dat er combinaties te maken zijn waarbij op voorhand met zekerheid is te voorspellen dat het veulen geen ECVM zal hebben. Zeer waarschijnlijk bestaat er genetische ‘dragerschap’ en kunnen paarden die geen ECVM hebben, dit wel dragen, en dus door geven aan het veulen. Op dit moment is de beste optie dus het verkleinen van de kans op ECVM.

Behandeling

Waar moeten we aan denken bij de behandeling van een paard met ECVM? Het is natuurlijk niet zo dat we de anatomie van het paard kunnen veranderen. Echter, als het paard klachten heeft, dan is dat ook niet altijd een direct gevolg van de anatomie. Maar vaker door een minder optimaal functioneren/gebruik van het lijf, waardoor elders klachten ontstaan.

Sommige paarden lopen vast in hun lijf, andere niet. Van de paarden die moeite hebben, heeft de ene bijvoorbeeld problemen in de hals, de andere elders in het lijf.

Dit betekent dat ‘het’ paard met ECVM niet bestaat. Er is dus ook zeker geen standaard aanpak qua behandeling of training. Dit zal altijd bepaald moeten worden aan de hand van de klachten en het onderzoek van het paard. Ook is een goede monitoring van het effect van de eventuele behandelingen en de training van groot belang.

Voorbeeld: 

      • een paard heeft moeite om de hals te stabiliseren door middel van het aanspannen van de juiste spieren, hierdoor ontstaat een te grote druk op bepaalde gewrichten in de hals. Deze gewrichten gaan vervolgens pijn doen.
      • doordat dit paard de hals niet goed kan gebruiken, neemt de bespiering verder af en zal de druk op de gewrichten alleen maar toenemen. Daarnaast gaat dit paard waarschijnlijk ook de rug vast zetten. Het is immers lastig om de rug goed te gebruiken als de hals pijnlijk is.
      • behandeling van een paard met dergelijke klachten zal mogelijk bestaan uit het behandelen van de pijnlijke gewrichten in de hals, het betrekken van een manueel therapeut (zoals bv een fysiotherapeut) om te helpen het lijf weer comfortabel te maken. Daarnaast is het zeer belangrijk om het paard te helpen in de balans van het lijf. Denk hierbij aan het gedetailleerd balanceren van het gebit en de voeten.
      • Doel van deze aanpak is dat het paard comfortabel genoeg wordt om te trainen zodat er gewerkt kan worden aan spieropbouw en gebruik. Hierdoor wordt de wervelkolom dan beter ondersteund.

in algemene zin is de behandeling van een paard altijd slechts bedoeld om het paard door een ‘dal’ heen te helpen. De uiteindelijke ‘oplossing’ om het paard goed te houden zit vooral in training en management. 

Doel van behandeling is dus:

      • het paard comfortabel en functioneel krijgen/ houden in huidige ‘carrière’
      • het paard ‘trainbaar’ maken zodat door middel van training en management het paard comfortabel en functioneel kan blijven

Management

Sommige paarden met ECVM lijken moeite te hebben het lijf correct te balanceren, met name in het gebied van de lage hals, borstkas en voorbenen. We zien bij dergelijke paarden ook vaker ongelijke voorvoeten én het scheef af slijten van het gebit. Dit betekent dat we hier echt bovenop moeten zitten.

  • Voeten: Het is niet zo dat men ongelijke voorvoeten helemaal gelijk moet proberen te krijgen, maar het is wel raadzaam deze paarden vaker dan gemiddeld aan te bieden aan de smid, zodat er niet teveel tijd zit tussen de bekap-beurten. Dit om te voorkomende de verschillen te groot worden. 
  • Gebit: Ook het correct balanceren van het gebit is essentieel. Bij een scheef af gesleten gebit ontstaat er verschillende druk op de kaakgewrichten links en rechts. Dit kan gevolg hebben op de houding van het hoofd ten opzichte van de hals. Dit veroorzaakt een draaiing in de hals, welke effect kan hebben op de gehele wervelkolom.
  • Lijf: vanzelfsprekend kan het regelmatig aanbieden van het paard voor manuele therapie (zoals fysiotherapie of chiropractie) het paard helpen comfortabel en gebalanceerd te blijven.
  • Naast het balanceren van het gebit, de voeten en het lijf, bestaan er meer mogelijkheden die nuttig zouden kunnen: zoals aanpassingen aan de leefomgeving van het paard, de wijze van voeren, en de wijze van trainen. 
Equine cvm
nl_NL_formalDutch
Scroll to Top